Terug naar het overzicht

Gemeente heeft het huishoudboekje op orde

Het college van burgemeester en wethouders heeft donderdag 19 mei de kadernota 2022 en de jaarstukken 2021 aangeboden aan de gemeenteraad. Wethouder Peter Hennevanger, portefeuillehouder financiën over deze twee stukken: “We hebben een positief eindsaldo over 2021 en voor de komende jaren is het huishoudboekje op orde. Maar we rekenen ons niet meteen rijk vanwege de onzekere tijden die voor ons liggen.”

Net als het jaar ervoor bepaalde de wereldwijde coronapandemie het beeld van 2021. Ondanks dat heeft de gemeente het afgelopen jaar een aantal mooie zaken weten te bereiken zoals het vaststellen van de omgevingsvisie en het energietransitieplan, verbetering van kwaliteit in het sociale domein en de raad heeft een besluit genomen over de komst van een Sociaal Cultureel Centrum in Pijnacker. Daarnaast ook de oplevering van het Kindcentrum in Ackerswoude, de start van de bouw van de nieuwe Vlinderboom in Keijzershof en de herinrichting van de Vlielandseweg.

Een positief eindsaldo

Het financiële resultaat over 2021 wijkt, in positieve zin, behoorlijk af ten opzicht van de verwachtingen. De gemeente heeft over het jaar 2021 een bedrag van 12 miljoen euro overgehouden. Hiervan zijn ongeveer 6,5 miljoen euro eenmalige meevallers. Daarnaast is ongeveer anderhalf miljoen euro aan zaken uitgesteld door corona. Deze worden in 2022 alsnog opgepakt. Ook was er nog een extra meevaller in het grondbedrijf van 1,0 miljoen euro.

Kadernota

De gemeente rekent zich echter niet rijk en houdt rekening met onzekere tijden die voor ons liggen. Het coronavirus lijkt nu onder controle, maar het is niet te voorspellen hoe dit het najaar zal zijn. Daarnaast is door de coronacrisis, maar ook door de oorlog in Oekraïne, een schaarste ontstaan in grondstoffen en zijn prijzen flink gestegen. Het aanbesteden van grote projecten zoals wegen, scholen, een sporthal of het Sociaal Cultureel Centrum zijn onder de huidige marktomstandigheden steeds moeilijker. Ook heeft het gevolgen voor het bouwen van betaalbare woningen voor starters en ouderen.

Onzekerheden

Door de oorlog vangt de gemeente vluchtelingen uit Oekraïne op. Voor de opvang krijgt de gemeente compensatie van het Rijk. Het is alleen onzeker of deze compensatie voldoende is om alle kosten te dekken. Helemaal omdat het niet te voorspellen is hoe lang de oorlog en dus ook deze opvang gaat duren. Ook is de uitkering van het gemeentefonds, de belangrijkste inkomstenbron van de gemeente, onzeker. Er hangen bezuinigingen op de rijksbegroting boven het hoofd met mogelijk negatieve gevolgen voor het gemeentefonds. De herverdeling van het fonds pakt voor onze gemeente ook nadelig uit en vanaf 2026 wordt een flinke daling verwacht door maatregelen van het rijk, zoals een korting op de budgetten voor de jeugdzorg.

Wethouder Hennevanger hierover: “In de kadernota presenteren we voor 2023 tot en met 2025 een begrotingsoverschot voor de gemeente, maar door alle onzekerheden vanuit het Rijk in de periode daarna was het voor 2026 nog een hele puzzel om de begroting sluitend te krijgen. Uiteraard is dat wel gelukt.”

Beleidsarm

In de jaarstukken 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders een verantwoording afgelegd aan de gemeenteraad over het gevoerde beleid, zowel inhoudelijk als financieel. De kadernota geeft een schets van de stand van zaken van zowel de financiën als het beleid in het lopende jaar 2022. Daarnaast is de kadernota een doorkijkje voor de komende vier jaar 2023 tot en met 2026 ter voorbereiding op de programmabegroting 2023 en meerjarenraming 2023-2026 die de raad in het najaar behandelt. Doordat op dit moment nog geen nieuw bestuursakkoord is voor de komende vier jaar is deze kadernota ‘beleidsarm’. Dit betekent dat alleen voor de ontwikkelingen waarover in de vorige bestuursperiode raadsbesluiten zijn genomen, middelen zijn verwerkt in de nu aangeboden kadernota. Nieuwe ambities worden in het najaar afgewogen bij de programmabegroting. Dan is ook meer bekend over het gemeentefonds waarover het Rijk de gemeente ieder jaar in mei informeert, via de zogenaamde meicirculaire.