Aardwarmte

Met aardwarmte (ook wel geothermie genoemd) kunnen gebouwen en glastuinbouw op een duurzame manier verwarmd en gekoeld worden. Hierbij gaat het om warmte uit zandsteenlagen die dieper gelegen zijn dan 500m. In Pijnacker hebben twee tuinders in 2010 naar aardwarmte geboord.  Tomatenkwekerij Duijvestijn uit Pijnacker was het tweede aardwarmtebedrijf in Nederland met een aardwarmte-installatie voor de verwarming van haar kassen. De potplantenkwekerij Ammerlaan The Green Innovator heeft zelfs als eerste bedrijf in Nederland haar eigen aardwarmtebron ingezet voor zowel de CO2-neutrale productie van tropische groene planten als de verwarming van een groot deel van de glastuinbouw in de Noordpolder, de omliggende woonwijk Pijnacker-Noord, het sportcentrum De Viergang en het Stanislascollege aan de Sportlaan. In totaal ruim zeventig hectare. Het leveren van aardwarmte aan bestaande woningen en gebouwen was een primeur in Nederland.

In 2050 wil de gemeente geen gebruik meer maken van aardgas. De gemeenteraad heeft in december 2017 de “Visie Bodemenergie: daar krijg je energie van” vastgesteld. Deze visie geeft antwoord op de vraag hoe Pijnacker-Nootdorp bodem-energie binnen de gemeente kan gebruiken om een aardgasvrije gemeente te worden. Ook in het later (december 2021 vastgestelde Energietransitieplan wordt dit doel opnieuw vastgesteld. Uit onderzoek blijkt dat dit doel voor een groot deel (ongeveer. 60%) met aardwarmte kan worden bereikt. Binnen de gemeente is namelijk een zeer grote hoeveelheid bodemwarmte toegankelijk, zowel de diepe geothermie (aardwarmte) als de ondiepe systemen zoals warmtekoudeopslag.

Veel huizen en bedrijven kunnen hiermee voorzien worden. In Pijnacker-Nootdorp zijn al 4000 woningen en 25% van ons kassengebied van aardgas af.

In de diepe ondergrond zit warm water dat is opgeslagen in aardlagen. Hoe dieper zo’n laag zit, hoe warmer het water is. Aardwarmte (ook wel geothermie genoemd) komt uit water in aardlagen die zich tot wel 4.000 meter in de ondergrond bevinden. Een aardwarmtebron heeft twee putten. De ene put om heet water naar boven te pompen. De warmte uit dat water wordt vervolgens door een warmtewisselaar overgebracht naar het water in het bovengrondse warmtenet. De andere put voert het afgekoelde water terug naar dezelfde diepe aardlaag, waardoor er geen lege ruimtes ontstaan (zoals in het geval van gaswinning). De putten worden schuin naar beneden geboord zodat de beide uiteinden 1 tot 2 kilometer bij elkaar vandaan zitten. Hiermee kan voor minimaal 30 jaar aardwarmte met dezelfde temperatuur gewonnen worden. Niet de gehele bodem in Nederland is geschikt, er moeten voor succesvolle projecten voldoende dikke watervoerende lagen met de juiste temperatuur zijn om voldoende warmte uit de bodem te halen. In de diepe ondergrond is dit in Pijnacker-Nootdorp aanwezig. De ondergrond trekt zich echter niet zo veel aan van gemeentegrenzen en daarom is het beheer van de ondergronden niet bij de gemeente belegd maar landelijk, bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Bedrijven die aardwarmte initiatieven willen ontwikkelen, kunnen bij EZK een kavel in de diepe ondergrond aanvragen waar naar aardwarmte geboord kan worden. De hele ondergrond in Pijnacker-Nootdorp is in aansluitende kavels verdeeld door het Ministerie van EZK.

Het gebruik van aardwarmte is niet nieuw in Pijnacker-Nootdorp. In Pijnacker-Nootdorp zijn twee bestaande aardwarmteputten (Ammerlaan en Duijvestijn) die al ongeveer 10 jaar werken. Er zijn ook vijf aardwarmte initiatieven (Noukoop, Kleijhoogt, TU Delft, Ypenburg en Noordpolder/Lansingerland), in onze gemeente. De gemeente wil de ontwikkeling van aardwarmte verder mogelijk maken, maar dit doen we wel op een verantwoorde wijze:

  • Zo min mogelijk negatieve effecten: Aardwarmtewinning moet ondergronds én bovengronds veilig en met zo min mogelijke negatieve effecten voor mens en milieu;
  • Duurzaam, eerlijk & maatschappelijk: Levering van warmte toetsen we aan onze publieke waarden. Onze waarde zijn haalbaarheid, betaalbaarheid, zekerheid en bovenal duurzaam, eerlijk, en voor een zo breed mogelijk maatschappelijk nut (huizen en bedrijven);
  • Ordening van de ondergrond: Om warmtewinning zo efficiënt mogelijk te houden is ordening van de ondergrond nodig. EZK toetst aanvragen hierop.
  • Transport warmte minimaliseren: Transport van warmte willen we zoveel mogelijk voorkomen omdat daarmee warmteverlies beperkt wordt. Het aanbod van aardwarmte binnen onze gemeente zetten we in eerste instantie in voor de bovengrondse vraag in de glastuinbouw en gebouwde omgeving.
  • Hoe kunnen we elkaar het beste helpen: Regionaal bekijken we hoe we elkaar in de warmtevoorziening kunnen helpen om sterk en verzekerd van levering te zijn.

De gemeente staat voor het belang van haar inwoners. We zien aardwarmte als een belangrijke bron voor de toekomstige verwarming van onze bebouwing. Maar dat moet wel verantwoord. De gemeente is voor een klein deel van de ontwikkeling verantwoordelijk. De realisatie van een geothermiebron valt onder de Mijnbouwwet en het grootste deel van de besluitvorming bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). De Mijnbouwwet is in 2023 aangepast en op onderdelen nader toegespitst op aardwarmte. Dit doen we als gemeente:

  • We stellen kaders binnen de ruimtelijke ordening en leggen deze vast in bestemmingsplannen. Momenteel mag alleen vanuit glastuinbouwgebieden geboord worden naar aardwarmte;
  • We zijn vergunningverlener en regievoerder bij de aanleg van energiesystemen en warmteleidingen in de ondergrond op openbaar terrein. Hierbij gebruiken we de bestaande beleidsregels rondom ondergrondse infrastructuur aangevuld met afstandseisen tussen warmte- en waterleidingen;
  • We werken lokaal en regionaal samen in Oostland om geothermie vorm te geven en warmte te kunnen leveren in de glastuinbouw en gebouwde omgeving binnen onze gemeente. Dit doen we vooral om leveringszekerheid in de toekomst te waarborgen;
  • We onderzoeken voor welke woonwijken het gunstig is om op aardwarmte aan te sluiten (Energietransitieplan 2021). Aardwarmte exploitanten moeten bij de eerste stappen om te komen tot het opsporen en winnen aantonen dat er vraag is naar aardwarmte;
  • De gemeente adviseert het Ministerie van EZK bij de Mijnbouwwet- en omgevingsvergunningen en bewaakt hierin de belangen van de gemeente Pijnacker-Nootdorp en haar inwoners.
  • We stemmen ruimtelijke, milieu-, en vergunningverlening af met het Ministerie van EZK.
  • De gemeente heeft vooroverleg met de initiatiefnemer (het bedrijf dat de aardwarmte wil gaan exploiteren) over locatiekeuze en inrichting daarvan. De mogelijkheden hiervoor leggen we vast in een omgevingsplan;
  • Een goede en waar nodig gezamenlijke communicatie door de aardwarmteproducent en EZK richting de bewoners.

Het ontstaan van een aardwarmtebron bestaat uit een aantal fasen. Een overzicht van de fasen, ieders taken, rollen en verantwoordelijkheden zijn te lezen in het document ‘WARM: Stappenplan aardwarmte’ van Energie Beheer Nederland en op de website: www.metenergieaandeslag.nl/aardwarmte. Bij elke fase zijn best veel verschillende partijen betrokken. Denk aan private en semipublieke partijen zoals warmtebedrijven, aardwarmteoperators, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en TNO Adviesgroep Economische Zaken. En ook publieke partijen zoals het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de provincie, het waterschap en de gemeente. In Nederland mogen alleen deskundige en financieel krachtige bedrijven naar aardwarmte boren. Ook mogen alleen deskundige operators de dagelijkse leiding hebben. Hier zijn veel regels aan gebonden. Alle regels die betrekking hebben op het opsporen, winnen en opslaan van aardwarmte zijn vastgelegd in de Mijnbouwwet (Mbw). De regels zijn gericht op het wegnemen en mitigeren van risico’s. Een aardwarmte-initiatief heeft altijd vergunningen nodig vanuit de Mijnbouwwet.

Daarnaast zijn voor de bovengrondse en ondergrondse installaties verschillende kleine vergunningen en instemming van plannen noodzakelijk. Daarnaast moeten gedurende het proces vele plannen en (monitorings-)rapportages opgesteld worden. Veelal kan het initiatief pas definitief door als goedkeuring (eventueel na wijziging) heeft plaatsgevonden door het Rijk (Staatstoezicht op de Mijnen). Veiligheid voor het milieu en de omwonenden aan de oppervlakte en het productieproces van aardwarmtewinning heeft de hoogste prioriteit. De bedrijven die met aardwarmte aan de slag willen brengen vooraf de risico’s in kaart en treffen veiligheidsmaatregelen. Risico’s worden belegd in de vergunningen en worden gehandhaafd door onder meer Staatstoezicht op de Mijnen en het Hoogheemraadschap.

  • Voor open systemen is een vergunning van de provincie nodig. 
  • Voor en gesloten systeem groter dan 70 kW bodemzijdig vermogen moet u een vergunning aanvragen bij de gemeente.  
  • Kleinere gesloten systemen moet u officieel melden bij de gemeente. Maar ligt een klein systeem in een door de gemeente aangewezen interferentiegebied dan moet de initiatiefnemer ook voor dit systeem een vergunning aanvragen.

Er zijn regels voor open en gesloten aardwarmtesystemen. Deze zijn grotendeels vergelijkbaar. Ze moeten beide aan dezelfde (soort) eisen voldoen, zoals een rendementseis en maximale retourtemperatuur.

Via een vergunning of melding kan de overheid de vraag naar en beschikbaarheid van ruimte voor bodemenergie op elkaar afstemmen. Uw systeem wordt dan beschermd tegen andere bodemenergiesystemen die het energierendement van uw systeem kunnen verminderen.  

Komt er ook gas naar boven tijdens het oppompen van water?

Tijdens het boren is er een kleine kans dat er gas onder druk naar boven komt. Door veiligheidsmaatregelen te nemen in de installatie, zoals o.a. afsluiters, kan dit risico worden weggenomen en kan een hoge druk worden weerstaan. In het opgepompte water zit vaak wat gas opgelost. Dit wordt afgevangen en als dat mogelijk is hergebruikt. Om deze redenen zijn minimale afstanden tot woningen nodig.

Wordt ons grondwater niet vervuild?

Met geothermie wordt grondwater uit de diepe lagen naar boven gebracht. De afdichtingen rond de buizen voorkomen dat het diepe water niet in de bovenlagen terecht komt. Als deze toch zouden lekken kan dit het grondwater verontreinigen. Een robuust en dubbelwandig putontwerp, regelmatig onderhoud en monitoring van het productieproces moet voorkomen dat lekkage optreedt. Door gebruik te maken van een monitoringsysteem kunnen de nadelige effecten tijdens de exploitatie voorkomen worden. Als er breuk geconstateerd wordt zal SodM de productie stopzetten.

Krijgen we door het boren geen aardbevingen?

Aardwarmte onttrekt vrijwel geen materie aan de ondergrond: alleen de warmte wordt eruit gehaald, het water wordt weer teruggepompt. De gemiddelde druk in de diepe ondergrond blijft vrijwel onveranderd. In Zuid-Holland zijn geen actieve ondergrondse breuken zoals in Groningen en Limburg. Daarnaast wordt de productie door de overheid beperkt in hun debiet (de op te pompen hoeveelheid warm water) en de maximale pompdruk waarmee het afgekoelde water weer wordt teruggebracht in de ondergrond. Merkbare aardbevingen zijn bij de in bedrijf zijnde geothermieputten niet aan de orde geweest, en zijn naar inschatting van de experts in de toekomst niet waarschijnlijk.

Kunnen we last krijgen van bodemdaling?

Bij aardwarmte vindt alleen bodemdaling plaats door het afkoelen van de ondergrond gedurende productietijd. Deze bodemdaling is echter verwaarloosbaar en zal niet groter zijn dan een aantal mm in 30 jaar. De normale bodemdaling door o.a. verdroging van de veenlagen is in onze gemeente vele malen groter (0,20 m in 30 jaar).

Hoe wordt overlast zo veel mogelijk beperkt?

Tijdens de boorfase kan overlast veroorzaakt worden in omringende gebieden, door het boren zelf en door de vervoersbewegingen voor aan- en afvoer van materialen. In de Mijnbouwwet en Milieuwetgeving worden hier strikte regels aangesteld.