Buitenunits van warmtepompen en airco's

Steeds meer mensen verduurzamen hun huis door middel van bijvoorbeeld isolatie, zonnepanelen of warmtepompen. Goed voor het klimaat én voor uw energierekening.

Soms zijn deze aanpassingen zichtbaar aan de buitenkant van uw huis. Ze kunnen daardoor invloed hebben op de uitstraling van de buurt. Niet iedereen weet dat daar regels voor zijn. Hieronder vindt u informatie over het plaatsen van buitenunits van warmtepompen en airco’s. Wat mag er zonder vergunning, wat is niet toegestaan en in welke situaties kunt u mogelijk ontheffing krijgen?

Wordt uw aanvraag voor een duurzame voorziening afgewezen, dan kijken we graag met u mee naar andere mogelijkheden.

Ja, in een aantal situaties mag u een buitenunit van een warmtepomp of een airco vergunningsvrij neerzetten. Waar mag je de buitenunit vergunningsvrij plaatsen?

In de achtertuin (of zijtuin):

De buitenunit van een warmtepomp of airco kunt u het beste in de achtertuin of zijtuin plaatsen, ofwel het achtererfgebied. Dat is het deel van uw grond dat begint op 1 meter achter de voorgevel van uw huis.

U heeft geen vergunning nodig als u aan de volgende regels voldoet:

Veranker de buitenunit aan de grond, los van de woning.
De buitenunit is maximaal 1 meter hoog, gerekend vanaf de grond (inclusief opstellingsbaken of trillingsdempers).
De buitenunit heeft een oppervlak van maximaal 2 m².
Plaatst u de buitenunit in de zijtuin? Houdt dan 1 meter achter de voorkant van de woning vrij.

In de voortuin:

Soms mag u ook een buitenunit in de voortuin plaatsen, maar alleen als daar genoeg ruimte is.

Veranker de buitenunit aan de grond, los van de woning.
Houd minimaal 1 meter afstand van openbaar toegankelijk gebied.
De buitenunit is maximaal 1 meter hoog, gerekend vanaf de grond (inclusief opstellingsbalken of trillingsdempers).
De buitenunit heeft een oppervlak van maximaal 2 m².
De buitenunit en overige bouwwerken nemen samen maximaal 50% van de oppervlakte van de voortuin in beslag.

Tips voor beste plaatsing:

Kies de minst zichtbare plek vanaf de straat of voor de buren en plaats de buitenunit zo laag mogelijk. Dit is meestal zo dicht mogelijk tegen de gevel met ruimte voor begroeiing.
Plaats de buitenunit op dezelfde plek als de buren. Het is wenselijk dat eigenaren van rijtjeshuizen (of twee-onder-een-kap) in hun straat de buitenunits op dezelfde wijze plaatsen. Kriskras geplaatste installaties geven een rommelig aanzicht. Overleg over de meest geschikte positie met uw buren.
Leidt de leidingen zoveel mogelijk binnendoor of uit het zicht (bijvoorbeeld achter de regenpijp).
Stem anders de kleur van de leidingen af op de gevel.

Een aantal situaties is niet toegestaan. Hier wordt ook geen ontheffing voor verleend. Dit gaat om de volgende situaties:

Het is niet toegestaan om een buitenunit vast te maken aan de voorgevel van een woning of van een bijgebouw als deze gevel zichtbaar is vanaf de openbare weg.
Het is niet toegestaan om een buitenunit te plaatsen op het dak aan de voorzijde van een woning of bijgebouw.

Kunt u niet voldoen aan de voorwaarden om vergunningsvrij een buitenunit te plaatsen? Als u een Omgevingsvergunning aanvraagt voor het plaatsen van een buitenunit kan er ontheffing worden verleend om af te wijken van deze eisen wanneer het gaat om één van de volgende situaties:

U wilt de buitenunit toch verankeren aan een gebouw:

Plaatsing op een plat dak van een één laags bijgebouw achter de woning.
Plaatsing op een plat dak aan de achterzijde van een woning.
Verankerd aan de achtergevel van een woning of bijgebouw, waarbij de bovenkant van de unit hoger dan 1 meter vanaf de grond uitkomt, tot maximaal 3 meter hoog. De unit wordt aangebracht boven eigen grond.
Verankerd aan de zijgevel van de woning of bijgebouw, waarbij de buitenunit minimaal 1 meter achter de voorgevel wordt geplaatst, en de bovenkant van de unit hoger dan 1 meter vanaf de grond uitkomt. De unit wordt aangebracht boven eigen grond.

U wilt de buitenunit plaatsen op de grond:

Plaatsing van een grotere buitenunit op de grond in het voorerf bij meer dan 2 m² en hoger dan 1 meter.
Plaatsing van een hogerebuitenunit op de grond in het achtererfgebied tot een hoogte van 3 meter.

In deze gevallen moet u een Omgevingsvergunning aanvragen. Deze vraagt u aan via de website van het Omgevingsloket.

Twijfelt u of de plek waar u de buitenunit wilt plaatsen is toegestaan? Neem dan vooraf contact op met de gemeente.

Buitenunits maken geluid en dat kan door de buren als storend worden ervaren. Daarom gelden er geluidsnormen voor buitenunits die na 1 april 2021 zijn geplaatst.

De buitenunit mag ‘s nachts maximaal 40 decibel (dB(A)) produceren op de erfgrens of bij een naburige raamopening.
De buitenunit mag overdag maximaal 45 decibel (dB(A)) produceren.

Deze geluidsnormen worden gecheckt bij het aanvragen van een Omgevingsvergunning.

Tips om geluidsoverlast te voorkomen:

Kies een buitenunit die zo min mogelijk geluid produceert. Dit verschilt per merk.
Bespreek met de installateur en de buren de plek van de buitenunit.
Zorg voor stevige beugels en goede dempingsrubbers om trillingen te voorkomen. Trillingen kunnen namelijk worden overgedragen aan de constructie en zo hinder opleveren.
Een tuin met veel groen werkt geluiddempend.
Vraag of de installateur een geluidsmeting uitvoert na plaatsing.
Maak goede afspraken over service en onderhoud met de installateur.
Vraag aan de buren hoe zij het geluid ervaren. Bespreek of er aanvullende geluidsmaatregelen nodig zijn.